Over wat kan een minderjarige worden gehoord?
Een minderjarig kind heeft het recht om gehoord te worden door de rechter die moet beslissen over zaken die het kind aanbelangen, met uitzondering van louter financiële kwesties zoals alimentatie.
Waarom?
Door het hoorrecht wordt de minderjarige in staat gesteld om zijn bezorgdheden aan de rechter te uiten, om zo bij te dragen tot het vinden van de meest geschikte oplossing, rekening houdend met het belang van het kind.
Wat het kind vertelt, wordt genoteerd en toegevoegd aan het dossier, dat gelezen kan worden door de procespartijen (d.i. doorgaans de ouders). De minderjarige kan evenwel vertrouwelijke info geven aan de rechter, die niet opgenomen wordt in het verslag.
De rechter legt op voorhand aan het kind uit dat het kind niet de verantwoordelijkheid heeft om de discussie te beslechten. Er wordt trouwens niet noodzakelijk gevolg gegeven aan wat het kind zou vragen. Aan de mening van de minderjarige wordt passend belang gehecht rekening houdend met de leeftijd, maturiteit en de eventuele invloed die op het kind zou zijn uitgeoefend. Als de rechter zou vaststellen dat het kind niet over het nodige onderscheidingsvermogen beschikt, wordt hiervan melding gemaakt in het verslag.
Welke minderjarige wordt gehoord?
De (vorige) wet maakte reeds een onderscheid tussen enerzijds kinderen vanaf 12 jaar en anderzijds kinderen die jonger zijn. Ook in de nieuwe wet is dit verschil behouden:
- Vanaf de leeftijd van 12 jaar wordt de minderjarige door de rechter steeds ingelicht over het hoorrecht. Als de discussie voor de rechtbank wordt gebracht, zal het kind een briefje krijgen met een datum waarop hij met de rechter mag komen spreken. Dit blijft dus ongewijzigd.
- Een kind jonger dan 12 jaar wordt niet automatisch uitgenodigd, maar kan wel zelf vragen aan de rechter om gehoord te worden. Zijn ouders en het openbaar ministerie kunnen dit trouwens ook vragen. De ouders worden door de nieuwe wet ook effectief ingelicht over het feit dat het kind zelf een dergelijk verzoek kan overmaken aan de rechter. In de aanvraag moet dan verduidelijkt worden of dit uitgaat van het kind of van zijn ouder(s). Het verzoek van de minderjarige wordt ingewilligd, dat van de ouders kan geweigerd worden.
De minderjarige kan weigeren om gehoord te worden. Er is sprake van een hoorrecht : het kind is niet verplicht om op de uitnodiging in te gaan.
Wat als de rechter niet moet beslissen maar de zaak naar de KMS wordt verwezen?
Als de zaak wordt verzonden naar de kamer voor minnelijke schikking (afgekort KMS) – waar de ouders zullen trachten om (in aanwezigheid van de schikkingsrechter) zelf tot een oplossing te komen voor hun geschil – wordt de minderjarige gehoord door deze rechter, tenzij het kind al gehoord is. (Voor meer info over de KMS: klik hier)
Als de zaak dan wordt verzonden naar de pleitrechter (omdat er geen akkoord kon worden gevonden bij de KMS) moet het kind niet opnieuw gehoord worden, tenzij er zich een nieuw feit zou hebben voorgedaan.
Aanwezigheid van een vertrouwenspersoon
Het onderhoud vindt in principe plaats in aanwezigheid van (enkel) de rechter en de griffier.
De nieuwe wet geeft de minderjarige uitdrukkelijk het recht om bijgestaan te worden door een meerderjarig vertrouwenspersoon naar keuze (met enkele keuzebeperkingen, zoals zijn ouders).
Meer info?
Als je nog vragen zou hebben over het hoorrecht van kinderen of andere familierechtelijke kwesties, kan je ons uiteraard contacteren.
Isabeau de Koster
e-mail: isabeau.dekoster@advox.be